Spring naar inhoud
Zoeken

Bouwbedrijf gebruikt vlotten bij versterking van huizen in wijk in Groningen.

De versterking in de Groningse wijk Ruischerwaard is begonnen. En hoe. Op grote metalen vlotten gaan bouwvakkers vanaf het water te werk. „We kunnen niet steeds de buren vragen of we stroom mogen lenen.”

Het is een opmerkelijk gezicht vanaf de Rijksweg in Groningen. Op 54 meter lange pontons in het Damsterdiep liggen allemaal bouwmaterialen uitgestald. Op de metalen vlotten staan zelfs een schaftkeet, een grote elektromotor en een mobiel toilet. Een soort bouweiland middenin het kanaal.

Aan De Waard in Groningen worden 99 koophuizen en 24 huurhuizen versterkt. Zo is Ruischerwaard – de wijk langs de Rijksweg richting Ten Boer – na Beijum de tweede stadswijk waar versterking nodig is door de aardbevingen. Eerst leek het erop dat de bewoners naar een tijdelijk verblijf moesten verkassen, maar in maart werd duidelijk dat lichte versterking van de buitenmuren voor en achter voldoende is.

Complete watervloot

Voor die versterking zijn pontons nodig, legt uitvoerder Otto Zwerver (62) van Bouwbedrijf Kooi uit. De bouwers vervangen leien (een soort platen van leisteen). Met de pontons is het veel makkelijker sjouwen, en krijg je afval makkelijker weg. „Anders moet dat allemaal met een bootje en dat is ondoenlijk. Vandaar dat die complete watervloot daar ligt”, zegt Zwerver, wijzend op de vlotten verderop.

Met een vlot, dat wordt aangeduwd door een speedbootje, kunnen de bouwarbeiders bij de andere pontons komen. Een soort veerpontje.

Zwerver is komend half jaar de leidinggevende van het versterkingsproject. De huizen worden een voor een versterkt. Elke keer als een huis na zo’n twee à drie weken af is, breken de in totaal elf bouwvakkers de steigers af en verkassen ze naar de woning ernaast. De werkzaamheden duren zeker tot februari.

Vandaar dat een compleet water- en elektriciteitsnet is aangebracht op de drijvende vlotten. „Dit lijkt een simpele versterking, maar over zulke dingen moesten we van tevoren nadenken. We kunnen niet steeds aan de buren vragen of we hun stroom mogen lenen.”

De overlast valt mee, volgens Otto Zwerver. „Bewoners hoeven niet gebukt onder steigers door te klauteren.”

Zwerver werkt al een jaar of zes binnen de versterking, vooral in kleine Groningse dorpen. Hij noemt het een belangrijke operatie. „Wij Groningers zijn een onderschoven kindje. Als ik kan meehelpen om huizen te verstevigen en te verduurzamen, dan vind ik dat dankbaar werk. Groningers moeten weer een veilig, vernieuwd huis terugkrijgen.”

(artikel DvhN d.d. 6 oktober 2025, door Remco van Veluwen)